Week 2: Papier, hier

Het was wel even wennen toen vanochtend voor het eerst sinds een krappe week de wekker ging. Een beetje in de paniekmodus schrok ik wakker, aangezien de wake-up light die ik op mijn telefoon had geïnstalleerd niet erg effectief was. Of ik sliep te diep - dat kan ook, natuurlijk.

Een van de acht klaslokalen
CREOLEN
Zo'n drie dagen in de week ben ik te vinden op de J. Hirasingh School, een mulo-school met een Hindoestaanse achtergrond. De school is op ongeveer drie minuten loopafstand van het appartement vandaan en dat is een verademing, zeker met het klimaat in je achterhoofd. Het schoolgebouw zelf bestaat uit twee verdiepingen, met in totaal acht klaslokalen. In de docentenkamer is er een airconditioning aanwezig.

De Hirasingh is een zeer kleine school: in totaal zijn er ongeveer 125 leerlingen. De grootste klas bestaat uit twintig leerlingen; de kleinste klas bestaat uit twaalf koppen. Ter vergelijking: in een gemiddelde Surinaamse klas zitten meer dan vijfentwintig leerlingen.
Het zijn voornamelijk kinderen met een creoolse achtergrond (afstammelingen van de Afrikaanse slaven). Er zitten ook veel sociaal zwakkere leerlingen op deze school, die vaak extra hulp nodig hebben met het begrijpen van de (Nederlandse) lesstof.


Binnenplaats

Ingang school

De Hirasinghschool maakt onderdeel uit van een gemeenschap

OPO KONDRE MAN
In het algemeen is het vroeg opstaan als je in Suriname naar school gaat. De eerste les begint om half acht 's ochtends; de laatste les eindigt om half één. Op maandag is er echter een ander rooster: men begint om 07:25 uur met de weekopening en de lesdag duurt tot 13:10 uur in verband met godsdienstles. Lesuren duren hier trouwens veertig minuten.

Ik heb vanochtend meteen kunnen ervaren hoe de week wordt geopend. Eén ding weet ik wel zeker: ik moet het Surinaamse volkslied ("Opo Kondre Man" oftewel "God zij met ons Suriname") in mijn hoofd stampen:

God zij met ons Suriname
Hij verhef ons heerlijk land
Hoe wij hier ook samen kwamen
Aan zijn grond zijn wij verpand
Werkend houden w'in gedachten
Recht en waarheid maken vrij
Al wat goed is te betrachten
Dat geeft aan ons land waardij

Opo kondreman oen opo!
Sranan gron e kari oen
Wans ope tata komopo
Wi moe seti kondre boen
Stre de f'stre wi no sa frede
Gado de wi fesi man
Eri libi te na dede
Wi sa feti gi Sranan 


"U" EN "JUFFROUW"
De dag begon betrekkelijk rustig met een gesprek met de directeur van de school. Van tevoren werd ik er al voor gewaarschuwd dat het er zeer formeel aan toe kan gaan op scholen, en daar is geen woord aan gelogen. Iedereen spreekt elkaar aan met "mevrouw", "meneer" of "juffrouw" en "u", zelfs docenten onderling. Ik word ook aangesproken met "u". Ik moet er echt aan wennen, zeker omdat ik vanuit de HU (Hogeschool Utrecht) gewend ben om iedereen met de voornaam en met "je" aan te spreken, en op mijn werk al helemaal.

Om eerlijk te zijn vond ik het gesprek met de directeur aardig spannend, gezien de verhalen die ik heb gehoord over de formaliteiten. Gelukkig viel dit uiteindelijk wel mee: de directeur vroeg zelfs de hemd van mijn lijf over de gang van zaken op Nederlandse scholen. Welke boeken gebruiken jullie? Jullie lessen zijn voornamelijk digitaal, toch? Hoe ziet een klaslokaal eruit? Hoe lang duren de lessen? Jullie hebben toch veel vakantie? En hoe zit het met de leerlingen? Hoe zijn ze? Zijn ze brutaler dan hier? Mobiele telefoons zijn hier echt een groot probleem...Verder bracht de directeur een aantal regels ter tafel en ik schrok er in eerste instantie van hoe strikt het hier allemaal is. Je moet bijvoorbeeld verplicht de gehele dag op school zijn (dus van half acht tot half één), ook als je pas later hoeft te beginnen. Als je bijvoorbeeld eerder weg wilt gaan, dan moet je om toestemming vragen bij de directeur. Dit heeft te maken met het opvangen van uitgevallen lesuren. Verder moet je - uiteraard - op tijd zijn en netjes gekleed zijn.
Wat ik trouwens ook bijzonder vond om te horen is dat ze hier ook een schoolpedagoog hebben, die jou observeert op het gebied van klassenmanagement. 

GEEN REKENMACHINE
Om tien over acht begon de eerste natuurkundeles en ik mocht observeren bij de andere stagiair van mijn begeleidster (ja, je leest het goed, een vrouwelijke natuurkundedocente! Blijkbaar zijn de vrouwen in het Surinaamse onderwijs oververtegenwoordigd, heb ik mij laten vertellen). Hij doet de lerarenopleiding op het IOL. Tot mijn grote verrassing begon hij de les met een proefje over de opwaartse kracht (Wet van Archimedes). Hij had ook de lesdoelen uitgeschreven op een flap, die hij na de lesopening op het krijtbord plakte. Blijkbaar is dit een nieuwe vereiste vanuit de lerarenopleiding.

Krijtbord met flap leerdoelen

Op een gegeven moment liet de stagiair de leerlingen een sommetje uitrekenen. Hij gaf de leerlingen ruim vijf minuten de tijd om tot een antwoord te komen. Wat duurt dit lang, dacht ik. Zijn ze echt zo slecht in rekenen? Maar wat bleek: leerlingen moeten dit allemaal handmatig uitrekenen. Er komt geen rekenmachine aan te pas...! Pas op het middelbare onderwijs (havo/vwo) mogen leerlingen een rekenmachine gebruiken. Op de mulo-scholen wordt er gebruik gemaakt van onder andere ouderwetse staartdelingen, en om eerlijk te zijn moet ik mij weer even verdiepen in deze vormen van rekenen.

DIGITAAL TIJDPERK
Tijdens deze dag had ik een aantal tussenuren en normaliter zou ik deze opvullen met het voorbereiden van lessen of het nakijken van toetsen met behulp van een laptop. Maar - je kan het al zien aankomen - het digitale tijdperk heeft Suriname nog niet bereikt (behalve de particuliere scholen dan)!
En daar over gesproken: wat een berg aan papier wordt hier gebruikt. De directeur vertelde dat er een keer gebruik werd gemaakt van een digitaal leerlingvolgsysteem (zoals SOM), maar dat was geen groot succes. Alles, maar dan ook écht alles, wordt bijgehouden op papier. Per klas is er een plastic map met de cijferlijsten, een klassenschrift (om bijzonderheden van leerlingen op te schrijven) en informatie over de leerlingen zelf (zoals geboortedatum en adres, alleen in te zien door de zogenaamde "klassenvoogd", oftewel de mentor). De docenten zelf maken bijvoorbeeld de uitwerkingen van hun proefwerken in hun schrift. De directeur zet vervolgens een krabbeltje in het schrift ter goedkeuring van het proefwerk. Maar goed dat de directeur een assistente heeft, ik zou helemaal gek worden van al die administratieve handelingen...!

"SOE"
Ik werd vandaag ook meteen in het diepe gegooid: of ik wilde invallen bij een klas. We hadden toevallig net les gegeven aan deze klas over de Wet van Archimedes en omdat ik deze stof nooit heb behandeld op mijn eigen stages/werk wist ik niet zo heel goed wat ik met dat invaluur aanmoest. Ik bedoel, normaliter zet ik het digitale bord in door bijvoorbeeld een quiz op te starten of een filmpje te laten zien, maar dat gaat hier natuurlijk niet op. De leerlingen hadden verder ook geen huiswerk.
Gelukkig konden de leerlingen het uur wél vullen. Ik werd bestookt met vragen over het Nederlandse onderwijs, mijn burgerlijke staat (hier werd ik al voor gewaarschuwd), mijn leeftijd en of ik bekende (?) rappers in Nederland kende. Ik heb ook het Surinaamse woord voor "schoen" geleerd, dat "soe" is. Sranan Tongo is voornamelijk een zeer verbasterde versie van het Engels (spreek "soe" maar eens uit!). Ik verwacht nog veel meer woorden te leren kennen!

SCHRIFT VOOR HET TOILET
Andere opvallende dingen aan het Surinaamse onderwijs:
  • Moet je als leerling naar het toilet? Dan loop je de docentenkamer binnen, vraag je om toestemming aan de directeur of zijn assistente, je pakt de sleutel aan het haakje en je schrijft je naam, klas en tijdstip op in het schriftje. 
  • Veel vakanties kennen ze hier niet, maar wel een hele waslijst aan feestdagen. Dit heeft namelijk te maken met de multiculturele samenleving. De eerstvolgende feestdag is de Dag van de Revolutie op dinsdag 25 februari.
  • De natuurkundeboeken vallen hier van pure ellende uit elkaar. Veel bladzijden zijn hopeloos met tape aan de kaft bevestigd. Maar ja, wat wil je met boeken uit 1982?  
  • Niet de leerlingen verplaatsen zich van lokaal naar lokaal, maar de docenten. Een echte schoolbel kennen ze hier niet: er wordt luid gebeld met een soort koebel...! 
Mijn eigen leerlingen in Waddinxveen klagen al over de staat van hun werkboeken... Dan hebben ze dit nog niet gezien...
Ver-van-hun-bedshow: rekenen met guldens

Reacties

Populaire posts